Scriptietips

Alle scriptietips van Focus op Afstuderen op een rij.
Je kan pas gaan schrijven als helder is wat er van je verwacht wordt. In deze kennisbank vind je per onderdeel van je scriptie uitgelegd wat er in moet komen.

verdedigen scriptie

Scriptie verdedigen – tips

5 tips voor het verdedigen van je scriptie

Hoe bereid je je voor op je scriptieverdediging? Vaak hoor je dat het verdedigen van je scriptie slechts een formaliteit is, dat je het toch wel haalt. Dat is ook zo, maar je moet natuurlijk wel een verhaal hebben. Wij hebben onze tips voor je op een rijtje gezet.

Tip 1: Het is belangrijk om tijdens de presentatie enthousiast te zijn over je onderzoek. Je geeft een korte samenvatting: bedrijfsintroductie, aanleiding, onderzoeksdoel, kort wat over de methoden, vooral je resultaten én aanbevelingen. Enthousiast afsluiten helpt daarbij. Je kan aan het eind (relatief) wat langer stilstaan bij de bruikbaarheid van je onderzoek voor de organisatie. Met welke zaken van je onderzoek gaat de opdrachtgever aan de slag? Wat is er nu al veranderd en wat gaat er nog gebeuren? Is het door het management opgepakt, wordt er in de toekomst geld voor uitgetrokken, word je zelf projectleider/medewerker van het vervolg van de opdracht? Dat soort dingen, dat je laat zien dat er echt wat mee gebeurt.

Tip 2: Vragen tijdens de verdediging gaan meestal over twee dingen: onduidelijkheden in de tekst en de keuzes die je gemaakt hebt.

* Door zelf van tevoren de scriptie goed te lezen en geprint bij je te hebben, kun je het snelst reageren op onduidelijkheden.

Ook kan je een overzicht maken van de belangrijke keuzes die je hebt gemaakt in je onderzoek en voor jezelf duidelijk krijgen waarom je die keuzes hebt gemaakt. Niemand is feilloos: dus benoem vooral ook wat je achteraf beter of anders had kunnen doen. Veel vragen tijdens de verdediging gaan dus eigenlijk over het methodenhoofdstuk en het discussiehoofdstuk.

Tip 3: In dit kader gaat het dus ook over de betrouwbaarheid en validiteit van je onderzoek. Je kan die begrippen nog eens opzoeken, duidelijk krijgen voor jezelf wat die inhouden en op welke manier die zich verhouden tot jouw onderzoek.

Tip 4: Er kan specifiek voor jouw onderzoek nog wat gedoe zijn over een bepaald onderdeel. Bijvoorbeeld over het vormgeven van je vragenlijst of beroepsproduct. Het is slim als je over die gedeeltes specifiek kunt uitleggen hoe je het hebt aangepakt (welke stappen je hebt gezet, waarom je het iets anders bent gaan doen tijdens het onderzoek, wat je ervan geleerd hebt, welke keuzes je hebt gemaakt, welke dilemma’s je tegenkwam en wat de verbeterpunten zijn van je huidige aanpak).

Extra tip: Ook goed om in gedachten te houden. Je kunt best een keer tijdens de verdediging zeggen dat je iets niet weet, of er niet over na hebt gedacht o.i.d. Dan houd je het menselijk. Daar houden ze ook van.

Tot slot: De verdediging gaat -maar dat heb je vast al begrepen- dus niet om het verdedigen alsof je in een rechtszaal zit, maar om het goed kunnen toelichten van de keuzes in je onderzoek. En als dan ook nog eens duidelijk wordt welke waarde het onderzoek in de praktijk heeft, dan ben je eigenlijk al binnen.

Wil je een keer je presentatie oefenen en tips krijgen van onze experts? Dat kan! Vraag wat er mogelijk is. Of plan direct een kennismakingsgesprek in.

Samenvatting

Zes onderdelen die in elke scriptie samenvatting thuishoren.

Bij een scriptie hoort een samenvatting die zowel compact als compleet is. Best een lastige klus! Er zijn zes onderdelen die in elke (management) samenvatting thuishoren. Die lichten wij graag voor je toe.

1. Waarom het onderzoek heeft plaatsgevonden

Om een samenvatting zelfstandig leesbaar te laten zijn, heb je meestal wel drie zinnen nodig om uit te leggen waarom het onderzoek heeft plaatsgevonden. Dus wat de aanleiding is van het onderzoek.

Tip: De naam van een organisatie maakt niet altijd duidelijk wat de organisatie doet. Het is handig om dat direct in de eerste alinea te vermelden.

2. Wat er is onderzocht

Het allerbelangrijkste van je scriptie samenvatting is dat je de hoofdvraag benoemt en beantwoordt. Wanneer je de hoofdvraag in de samenvatting uitschrijft, zorgt dat voor veel duidelijkheid bij de lezer. Wat doe je met de deelvragen bij de samenvatting? Aan de ene kant zorgt het noemen en beantwoorden van de deelvragen voor een volledig beeld. Aan de andere kant heb je daar meestal niet de ruimte voor.

3. Hoe het onderzoek is uitgevoerd

De meeste hbo-onderzoeken bestaan uit een literatuuronderzoek en een praktijkonderzoek. In de samenvatting kun je die tweedeling goed gebruiken.

In de literatuur is gezocht naar effectieve behandelmethoden voor schizofrene jongeren.  Uit de literatuur komt naar voren dat…

Je ziet hierboven dat in de eerste zin is verwerkt welke deelvraag in de literatuur is beantwoord. Door direct te vertellen wat het antwoord is op die vraag (zin 2) bespaar je veel ruimte.

Een zelfde soort combinatie kun je maken voor het praktijkonderzoek.

Door middel van semi-gestructureerde interviews met vijftien productiemedewerkers is onderzocht hoe zij de relatie met hun leidinggevende ervaren.

Je kunt in één zin vermelden wat je hebt onderzocht bij welke doelgroep en met welke onderzoeksmethode.

De samenvatting is niet de plaats om te verdedigen welke onderzoeksmethodes je hebt gekozen om te gebruiken. Wel wil je de lezer een beeld geven van de omvang van je onderzoek. Als je een enquête hebt gedaan wil je bijvoorbeeld graag toelichten hoe hoog je respons is.

4. Wat de resultaten zijn

Het verschil tussen resultaten en conclusies kan soms als je een samenvatting schrijft erg klein worden. Je kunt dan het idee hebben dat je veel herhaalt. In sommige onderzoeken lijken de resultaten zo op de conclusies dat je die twee maar beter kunt combineren. Bij andere onderzoeken is er een wat duidelijker onderscheid en kun je bij het beschrijven van de resultaten gewoon voor elke deelvraag twee zinnen opschrijven. Daarom is de volgende tip ook zo belangrijk:

Tip: Focus je bij de eerste versie niet te veel op de omvang. Het is vaak makkelijker en sneller wanneer je jezelf toestaat om een wat langere samenvatting te maken en die daarna in te korten.

5. Welke conclusies kunnen worden getrokken

Als het goed is heb je in het conclusie hoofdstuk kernachtig antwoord gegeven op de hoofdvraag van je onderzoek. Het makkelijkste is om die tekst te kopiëren naar de samenvatting. Als je alle onderdelen van je samenvatting hebt staan, kun je vervolgens kijken of de conclusie die je in de samenvatting hebt gekopieerd nog verder ingekort kan worden.

6. Wat de aanbevelingen zijn

Voor de lezer die zich beperkt tot de samenvatting is het niet altijd helder waar bepaalde aanbevelingen vandaan komen. Zorg ervoor dat het voor de lezer duidelijk is wat de relatie is met de conclusies.

Tip: Nadat je maanden bezig bent geweest met je scriptie is het soms lastig om afstand te nemen. Vraag daarom een vriend of vriendin om de scriptie samenvatting nog even voor je na te lezen.

 

Uiteraard kunnen wij dat ook doen voor je. Een van onze begeleiders -met verstand van zaken- kan naar je scriptie kijken voordat je hem inlevert. Dan ben je verzekerd van de puntjes op de i én een hoger cijfer.

Kijk hier voor meer scriptietips

Voorwoord scriptie

Wat moet er nou eigenlijk in je voorwoord van je scriptie?

Lees hier tips over het schrijven van een voorwoord in je scriptie.

Hoe schrijf je een voorwoord?

Net als de samenvatting is het voorwoord een soort visitekaartje van de scriptie.
Het voorwoord heeft twee doelen:

  1. Interesse wekken door de lezer wat te vertellen over waarom jij dit onderzoek hebt gedaan.
  2. Degene die hebben meegewerkt aan je onderzoek bedanken.

Don’ts voor een voorwoord

  • Een lang verhaal schrijven over hoe vreselijk moeilijk je je scriptie vond. De beoordelaar gaat dan de scriptie lezen met het idee: dat zal wel niet zo’n goede scriptie zijn. Ook naar je (toekomstige) werkgever maakt dit geen goede indruk.
  • Klagen over hoe slecht je bent begeleid tijdens de scriptie. Het is natuurlijk heel vervelend als dit is gebeurd. Maar aan de andere kant steken veel scriptiebegeleiders en beoordelaars extra tijd in jou als student als het scriptietraject om wat voor reden dan ook niet goed verloopt. Niet leuk voor hen om dan nog een keer terug te lezen hoe jij van ze baalt.

Opbouw van een voorwoord

  1. Je maakt in een of twee zinnen duidelijk waar jouw onderzoek over gaat. Je hoeft hier niet de doestelling en de hoofdvraag helemaal uit te schrijven en je onderzoeksresultaten te bespreken. Probeer kort en krachtig (twee zinnen) te beschrijven wat jij hebt onderzocht.
  2. Vertel iets meer over waarom jij dit onderzoek wilde doen. Je kunt je bijvoorbeeld erg betrokken voelen bij de cliënten waar het onderzoek over gaat. Of je vindt het onderwerp erg interessant. Misschien heb je wel ambitie om na je studie verder te gaan met het onderwerp in je baan of je eigen bedrijf.
  3. Bedankt degene die mee hebben gewerkt aan het onderzoek. Bedank in ieder geval de opdrachtgever van je onderzoek, de respondenten en de begeleider(s) van de opleiding. Soms wil je ook nog iemand uit je familie- of vriendenkring bedanken. Dat is zeker niet verplicht. Als dat voor jou overdreven voelt doe het dan niet. Heeft je partner een paar maandenlang veel meer voor het eten gezorgd omdat jij je scriptie wilde schrijven? Dan is een bedankje natuurlijk wel op zijn plaats.
  4. Sluit af met je voor- en achternaam en op een nieuwe regel de plaats en de datum.

Twijfel je toch nog? Laat ons weten waar je mee zit!

Kijk hier voor meer tips over bijvoorbeeld het schrijven van een samenvatting of je bronnenlijst

Aanleiding

De aanleiding van een scriptie: hoe zorg je voor een goed begin?

Natuurlijk vind jij je scriptie-onderwerp interessant! In je scriptie moet de aanleiding van je onderzoek ook voor de lezer relevant zijn. De aanleiding vormt het startpunt van je onderzoek en zet je in je inleiding van je scriptie. Maar: hoe schrijf je een goede aanleiding?

Wat is een aanleiding?

In de aanleiding geef je antwoord op de vraag: waarom is het belangrijk dat hier nu onderzoek naar gedaan wordt?

Vaak ontstaat de aanleiding vanuit een probleem, een wens of een gebeurtenis. Deze kan vanuit je stagebedrijf komen, maar ook omdat jij zelf je interesse hebt in een bepaald onderwerp of een probleem of een gat in de markt hebt ontdekt. Daarnaast kunnen er gebeurtenissen zijn, zoals politieke verkiezingen of economische problemen, die een reden zijn voor allerlei soorten onderzoek.

De aanleiding zou in principe één zin kunnen zijn. Uiteraard heeft het wel meer achtergrond en toelichting nodig. Zorg dat je in elk geval de drie elementen behandelt:

Waarom is het belangrijk?

 

Waarom is het actueel?

 

Waarom is onderzoek nodig?

Zo schrijf je de aanleiding van een scriptie in 3 stappen!

1. Je laat zien dat het onderwerp belangrijk en actueel is en er onderzoek nodig is. Laat zien dat jou onderzoek belangrijk is, bijvoorbeeld omdat het:

* bijdrage levert aan een maatschappelijk probleem

* de wetenschappelijke kennis op jouw vakgebied vergroot

* de opdrachtgever informatie geeft waarmee hij/zij de organisatie beter kan laten functioneren

2. Laat zien dat je onderzoek actueel is, bijvoorbeeld door:

* een opvallende bevinding uit recente literatuur of krant te pakken

* een wetswijziging te noemen

Kun je niets actueels vinden? Draai het dan om en laat zien dat iets al jaren een groot probleem is. Ook dat roept bij de lezer het gevoel op: het is goed dat daar nu wat aan gedaan wordt.

3. Nu duidelijk is dat je een belangrijk en actueel probleem te pakken hebt, wil je laten zien dat onderzoek nodig is. Dit kan door:

* bronnen te vinden waaruit blijkt dat er weinig onderzoek naar is gedaan, of dat bepaalde zaken onduidelijk of tegenstrijdig zijn.

* vanuit de opdrachtgever te betogen dat onderzoek nodig is. Vaak signaleert de opdrachtgever wel een probleem, maar weet hij/zij niet (zeker) wat de oorzaak ervan is en hoe het opgelost kan worden.

Tip 1: schrijf van groot naar klein

Het makkelijkste is om in je aanleiding van groot naar klein te werken. Je start bijvoorbeeld op het niveau van de maatschappij. Daarna ga je in op de specifieke literatuur en je sluit af met de organisatie. Dat laatste is extra handig, want dan heb je gelijk een mooi bruggetje naar de volgende paragraaf waarin je het probleem van de organisatie uit gaat diepen.

Tip 2: relevantie van onderzoek

In veel hbo-scripties moet je deze vraag in een apart tussenkopje ‘de relevantie van het onderzoek’ duidelijk maken. Heb je in de aanleiding van een hbo-scriptie al scherp neergezet waarom jouw onderzoek belangrijk is, dan kun je dat bij ‘relevantie van het onderzoek’ eenvoudig uitwerken.

Voorbeeld van een aanleiding

Stel je voor dat je bij een welzijnsorganisatie onderzoek doet naar de begeleiding van licht verstandelijk beperkte cliënten met schuldenproblematiek. Hoe zou je dan je aanleiding kunnen beginnen? Een kort voorbeeld.

Sinds de invoering van de Wmo van 1 januari 2015 zijn gemeentes verantwoordelijk geworden voor de schuldhulpverlening aan alle inwoners (Rijksoverheid, 2014). Onderzoeken van Divosa (2017) en het Nibud (2017) laten zien dat het aantal huishoudens met problematische schulden is toegenomen sinds de gemeenten verantwoordelijk zijn voor de schuldhulpverlening. Uit onderzoek van Westhof, De Ruig en Kerckhaert (2015) blijkt dat kwetsbare groepen in de maatschappij, waaronder licht verstandelijk beperkten en mensen met psychische problemen, vier keer zo vaak in de schulden terecht komen. Ook organisatie Welzijn+ ziet het aantal cliënten met schuldenproblematiek toenemen. Uit gesprekken met medewerkers komt naar voren dat zij niet altijd goed weten hoe zij deze cliënten kunnen ondersteunen. Wel merken medewerkers dat cliënten veel stress ervaren en regelmatig hun geldzorgen met hen willen bespreken. Welzijn+ wil ervoor zorgen dat cliënten op alle leefgebieden volwaardig deel kunnen nemen aan de maatschappij. Om cliënten adequaat te kunnen ondersteunen wil de organisatie daarom onderzoek laten doen naar de wijze waarop zij cliënten met (dreigende) schuldenproblematiek beter kan begeleiden.

Het onderzoek is dus belangrijk, omdat er een groeiend maatschappelijk probleem is, namelijk kwetsbare mensen in schuldenproblematiek.

Het onderzoek is actueel. omdat dit wordt aangetoond door recent onderzoek én het is een actuele vraag voor bedrijf Welzijn+.

Er is onderzoek nodig, omdat Welzijn+ een nieuwe begeleidingswijze wil ontwikkelen.

Twijfel je toch nog of de aanleiding van je scriptie wel goed uit de verf komt? Kies voor onze scriptiehulp en weet dat je op de juiste weg zit! Of plan direct een kennismakingsgesprek in:

Probleemanalyse

Probleemanalyse maken voor je scriptie 

Wat is de probleemanalyse? In de probleemanalyse of probleemoriëntatie zorg je dat je het onderzoeksvraagstuk uiteenzet. Uiteindelijk moet jouw probleemanalyse leiden tot een concrete probleemstelling, doelstelling en onderzoeksvraag.

Het scherp krijgen van je aanleiding is een goede eerste stap (zie aanleiding). Het herkennen van het probleem en het maken van een goede probleemanalyse voor je scriptie is nog niet zo makkelijk, maar met onderstaande tips en uitleg helpen wij je op weg.

In drie stappen een goede probleemanalyse voor je hbo-scriptie

Bij het maken van een probleemanalyse voor je scriptie moet je in elk geval 3 dingen doen:

1) praten met je opdrachtgever over hun visie op het onderwerp

2) bronnen raadplegen; relevante informatie lezen en meerdere mensen uit het bedrijf spreken

3) literatuur zoeken om je concepten te onderbouwen en te verklaren

Wie, wat, waar, wanneer, waarom?

Er zijn een aantal vragen die je kunnen helpen bij het maken van de probleemanalyse voor je scriptie, de zogenoemde 6W-vragen (Verhoeven, 2007). Deze vragen zijn een leidraad, niet alle vragen zijn even relevant voor jouw probleem. Ook horen vragen soms bij elkaar of kan de volgorde beter anders. Onze toelichting helpt je om de vragen effectief in te zetten op je probleem scherp te krijgen.

De W-vraag De toelichting
1.     Wat is het probleem? Iets is een probleem als de gewenste situatie afwijkt van de bestaande situatie. Een bedrijf wil meer geld of meer klanten, maar heeft dat nog niet. Een therapeut heeft een nieuwe therapie ontwikkeld, maar weet nog niet of deze effectief is.

 

2.     Wie heeft het probleem / voor wie is het een probleem? Er is minstens één betrokkene bij het probleem, maar vaak meer. Om aannemelijk te maken dat iets een probleem is voor iemand, moet gekeken worden naar de gevolgen voor diegene of die partij. Deze vragen (zie punt 3) hangen dus samen.
3.     Waarom is het een probleem? Wat zijn de gevolgen van het probleem?

 

Met deze eerste drie vragen krijg je voor het grootste deel inzicht in het probleem en het belang ervan. Met de volgende vragen ga je het probleem inkaderen/ afbakenen.
4.     Wanneer is het een probleem? Deze vraag is niet altijd noodzakelijk bij het vaststellen van het probleem, maar wel bij de afbakening van je onderzoek. Waar en wanneer doet het probleem zich vooral voor? (en dus: waar kun jij op inspelen?)
5.     Waar doet het probleem zich voor? Ook deze vraag moet je niet té letterlijk nemen en is niet altijd relevant. In het geval van de agressie in de trein bij de NS kun je bijv. kijken naar bepaalde trajecten waar meer agressie voorkomt dan andere. Dit is relevante informatie. Bij een probleem in een bedrijf kun je bijv. denken aan verschillende afdelingen, of geografische locaties.
6.     Wat is de aanleiding van het probleem (hoe is het ontstaan)?

 

Oorzaak-gevolg relaties. Wat is er evt. al aan gedaan om het probleem op te lossen? Waarom lukt dat wel/niet?

Als de vragen beantwoord zijn, kun je concluderen dat er onderzoek gedaan moet worden om een en ander nog beter te achterhalen. Gebruik de vragen als inspiratie, wees flexibel met de volgorde van opschrijven en vul aan met bronnen. Een goede zet is om de vragen voor te leggen aan je opdrachtgever en door te zoeken naar bronnen en informatie.

Vooronderzoek en bronnen

Het ontdekken van het probleem en inbedden in de context, kan gedaan worden aan de hand van vooronderzoek. Soms is het vooronderzoek een apart onderdeel, vaker is het een manier om de probleemanalyse voor je scriptie te maken (kijk goed naar de eisen van je opleiding). Dit vooronderzoek bestaat vaak uit het analyseren van bestaande informatie of het bevragen van mensen over het probleem. Je kan hiervoor gebruik maken van desk research, literatuuronderzoek en persoonlijke communicatie. In het voorbeeld van de NS ging het over agressie in de trein. Je kunt dan gegevens opvragen van het aantal geregistreerde incidenten in een bepaalde periode (desk research). Ook kun je kijken wat eigenlijk de definitie is van agressie (literatuuronderzoek). Daarnaast is het belangrijk, zoals eerder genoemd, om goed met je opdrachtgever te praten (persoonlijke communicatie). Al deze bronnen kun je gebruiken om de beweringen te staven die je doet in de probleemanalyse.

 

Voorbeeld van een probleemanalyse voor hbo-scriptie

Agressie in de trein komt steeds vaker voor. Het aantal incidenten bij de NS is in het tweede kwartaal van 2008 met 15 procent toegenomen. Op bepaalde probleemtrajecten is deze stijging nog extremer, zoals van Hoorn naar Alkmaar (280 procent) en van Schiphol naar Zaandam (100 procent).

Het is voor meerdere partijen van belang dat dit probleem aangepakt wordt, namelijk voor de NS, het personeel van de NS en treinreizigers. Ten eerste is het belangrijk voor het personeel en de reizigers dat het veilig is in de trein. Het is aannemelijk dat het personeel van de NS zich, door de toenemende agressie, minder veilig voelt op de werkplek. Ook voor reizigers is het belangrijk zich veilig te voelen; als dit niet het geval is, zullen ze minder vaak met de trein reizen. Voor de NS zelf is het belangrijk dat dit probleem opgelost wordt, zodat ze een positief imago krijgen en behouden.

Eerdere pogingen van de NS om agressie in de trein tegen te gaan waren succesvol; het probleem keerde echter terug toen er minder personeel ingezet werd. Een van de oorzaken is dus het gebrek aan toezicht: Als mensen het gevoel hebben minder in de gaten gehouden te worden zullen ze eerder bepaalde normen en (gedrags)regels overschrijden.

Omdat de toename van agressie vooral plaatsvond tussen april en juni zijn er andere oorzaken mogelijk: Het zou kunnen dat men in de zomer, als het warm is, agressiever is dan in de winter. Ook andere gebeurtenissen in de samenleving kunnen leiden tot meer agressie (zoals het feit dat Ajax dat jaar geen landskampioen werd). Om deze verklaringen uit te sluiten en het patroon van incidenten in kaart te brengen zijn gegevens van de NS nodig betreffende het aantal incidenten (per kwartaal) van de afgelopen jaren. Met hulp van de NS willen we het aantal incidenten op genoemde trajecten verlagen door het gedrag van de reizigers te veranderen.

Een bijbehorende hoofdvraag kan zijn: Welke interventies toegespitst op reizigers zijn effectief om agressie in de trein terug te dringen? Of Hoe kunnen we ervoor zorgen dat er minder agressie plaatsvindt in de trein?

De uiteindelijke conclusie van deze probleemanalyse is een kort en bondig geformuleerde hoofdvraag. Hier lees je meer over in de volgende blog: hoofdvraag.

Tips

  • Wees nieuwsgierig, roep de speurneus in jezelf op en bijt je vast in het onderwerp
  • Denk aan de 6W’s en gebruik deze creatief (zie toelichting)
  • Onderbouw de probleemanalyse met gegevens en bronnen: lees bijvoorbeeld het jaarverslag van je organisatie, bekijk informatie op websites of in vaktijdschriften, praat met betrokkenen
  • Spar er met een deskundig iemand over! Bijvoorbeeld een van onze scriptiebegeleiders

Doelstelling hbo scriptie

Doelstelling schrijven hbo scriptie mét voorbeelden

Nadat je de aanleiding en de probleemanalyse hebt geformuleerd, ga je de doelstelling schrijven van je hbo scriptie. In de doelstelling van je hbo scriptie moet komen te staan wat de opdrachtgever met dit onderzoek wil bereiken. Wat is nou een goede doelstelling hbo scriptie? Wij geven tips en voorbeelden.

Hoe schrijf je een goede doelstelling voor je scriptie?

Het doel van het onderzoek moet op logische wijze aansluiten bij de hoofdvraag van je onderzoek, die vaak daarna geformuleerd wordt. De hoofdvraag van het onderzoek is toegespitst op de oplossing van het probleem dat je beschreven hebt in de probleemanalyse. Het doel van het onderzoek heeft vaak de vorm van: meer kennis van probleem x, of meer inzicht in situatie y, zodat … bereikt kan worden.

Om wat voorbeelden te geven:

  • Het doel kan zijn dat er meer kennis moet komen over een bepaald onderwerp. Vaak constateer je in de probleemanalyse dat er kennis ontbreekt in de organisatie.
  • Of het doel is dat er meer inzicht moet komen naar knelpunten in de organisatie. Bijvoorbeeld bepalen welke factoren in de communicatie bijdragen aan het hoge verloop van klanten en het daarmee samenhangende omzetverlies.
  • Of dat er naar wordt gestreefd om tot een meer effectieve vorm van hulpverlening te komen, zodat er meer mensen geholpen kunnen worden.

Wat moet je juist niet doen

Het is bij de doelstelling niet bedoeling dat je gaat verwoorden hoe je dit onderzoek aan wilt gaan pakken. Dus niet: het doel van het onderzoek is dat je interviews wilt gaan houden, en literatuuronderzoek wilt gaan doen. Deze zaken dienen in de methoden van je scriptie aan de orde te komen.

Omdat de hoofdvraag moet aansluiten op de aanleiding en het doel van het onderzoek, is het ook belangrijk om aan te geven in het doel waar dit onderzoek uiteindelijk toe moet leiden. De hoofdvraag van het onderzoek sluit hier op aan en krijgt dan de formulering: hoe kan situatie y verbeterd worden, of wat is er voor nodig om probleem x op te lossen, zodat (en hier komt de aansluiting bij het doel) … bereikt kan worden.

Voorbeeld van een goede scriptie doelstelling en hoofdvraag

Doelstelling: Het doel van het onderzoek is om meer inzicht te krijgen in hoe het proces van besluitvorming rondom uithuisplaatsingen geoptimaliseerd kan worden om daarmee de veiligheid van de betrokken kinderen zoveel mogelijk te waarborgen.

Hoofdvraag: Wat is er nodig om binnen de organisatie van de opdrachtgever het proces rondom uithuisplaatsingen te optimaliseren, zodat de veiligheid van de kinderen zoveel mogelijk gewaarborgd wordt?

Hier lees je meer over het formuleren van een goede hoofdvraag

Hulp nodig? Vraag het ons

Hoofdvraag

Hoofdvraag formuleren voor je scriptie

De hoofdvraag voor je scriptie formuleren, is het echt zo moeilijk?

Je hebt het misschien weleens gehoord of gelezen: het maken van een hoofdvraag is heel moeilijk. Of nog erger. Je begeleider maakt het maken van een hoofdvraag onmogelijk doordat hij elke keer een andere kant op wil. Totdat je weer bij de eerste onderzoeksvraag terug bent. En denkt: snap ik het nu niet of is de begeleider het kwijt? Wij helpen je op weg!

Deze elementen moeten in de hoofdvraag komen

  1. De onderzoeksdoelgroep. Soms is die heel specifiek (zwakbegaafde ouders met kinderen van 4-6 jaar op het speciaal basisonderwijs). Soms algemeen (beursgenoteerde bedrijven). Als je een hoofdvraag maakt, is het bepalen en afbakenen van zo’n groep een makkelijke en goede eerste stap. Hoe concreter hoe beter!
  2. De theoretische begrippen. Je ziet dat het hier wat lastiger wordt. Is bijvoorbeeld ‘het betrekken van het systeem’ echt een term uit wetenschappelijk onderzoek waar je wat over in de literatuur kan vinden? Als je een hoofdvraag maakt is het soms even (door)zoeken naar het begrip wat het beste past bij je onderzoek en waar voldoende literatuur over te vinden is.
  3. Het type hoofdvraag. Sommige beginnen met “in hoeverre”, andere met “wat”, of “welke”. Uiteindelijk gaat het er natuurlijk om dat je een goed antwoord kan geven op de hoofdvraag. Het type vraag doet er daarom ook toe. Een onderzoeksvraag over in hoeverre iets invloed zal hebben, lijkt lastig te beantwoorden. Je komt dan op een antwoord als ‘hierop waarschijnlijk wel, hierop waarschijnlijk niet’, maar zeker zullen wij het niet weten want het zal (in de toekomst) nog gaan gebeuren. Ook aan een ‘hoe’ of een ‘op welke wijze’ vraag kleven wat nadelen. Er zijn zoveel hoe’s en zoveel verschillende manieren om iets te doen, dat het lastig is om daar goed onderzoek naar te doen. Makkelijker lijkt het dus om met ‘wat’ of ‘welke’ te beginnen.

Tips voor het opstellen van een hoofdvraag

Tot slot wat tips bij het opstellen van een hoofdvraag voor je scriptie. Een aantal hoofdvragen op een rij zetten helpt om je eigen hoofdvraag op te stellen. Het bepalen van een onderzoeksdoelgroep is een goede eerste stap. Om de goede theoretische begrippen te kunnen bepalen, is het vaak nodig om oriënterend literatuuronderzoek te doen. Als je een hoofdvraag hebt gemaakt is het belangrijk om te kijken of je deze ook goed kan beantwoorden (dit is een gouden tip!). Het type vraag dat je stelt kan ervoor zorgen dat een hoofdvraag gemakkelijker te beantwoorden is. Het maken van een hoofdvraag kost dus tijd en moeite, maar is geen onmogelijke opgave.

Kom je er nou toch niet helemaal uit? Sparren met een expert helpt je op weg naar een perfect geformuleerde onderzoeksvraag! Plan direct een kennismakingsgesprek in.

Theoretisch kader hbo scriptie

Theoretisch kader hbo scriptie in 3 stappen

Wat we vaak zien als feedback van de opleiding bij het theoretisch kader:

“Het hangt als los zand aan elkaar”

“Het aantal wetenschappelijke bronnen is minimaal”

“Het ontbreekt aan diepgang en structuur”

Wat moet je met dit soort keiharde en vage kritiek op je theoretisch kader? Je gaat zoeken en komt er dan vaak achter dat het vanuit je opleiding niet duidelijk wordt. Niet zo gek dus dat je er flink mee kan worstelen!

In drie stappen een goed theoretisch kader voor je hbo scriptie

In deze blogs over het theoretisch kader gaan we in op de vraag: hoe moet het theoretisch kader (hbo scriptie) eruitzien? Of met andere woorden: wat is het kader van het theoretisch kader? We beantwoorden drie vragen:

  1. Uit hoeveel pagina’s bestaat het theoretisch kader en hoeveel bronnen heb ik nodig?
  2. Met welke kwaliteitscriteria moet ik rekening houden bij de selectie van bronnen?
  3. Hoe ziet de structuur van een theoretisch kader eruit?

Slimme tip: door een literatuurmatrix te gebruiken kun je op een overzichtelijke manier zorgen voor een stevig theoretisch kader. Meer daarover lees je in de blog over de literatuurmatrix.

Wil je zeker weten dat je theoretisch kader goed is? Vraag dan ons advies 

Hoeveel bronnen heb ik nodig?

Hoeveel pagina’s en bronnen heb ik nodig voor het theoretisch kader van mijn hbo scriptie?

Als je wilt weten hoeveel bronnen en hoeveel pagina’s je theoretisch kader moet bevatten van je scriptie? Lees dit dan even door (leestijd 10 min).

Allereerst een Rekensom: het aantal pagina’s

Stel dat je een gemiddelde scriptie schrijft van 35 pagina’s. De samenvatting, het voorwoord en de bijlages natuurlijk niet meegerekend.

 

Hoofdstuk Aantal pagina’s
Inleiding 5
Theoretisch kader 10
Onderzoeksmethoden 4
Resultaten 10
Conclusies en Aanbevelingen 4
Discussie 2
Totaal 35

Afgaande op de bovenstaande tabel, dan bestaat het theoretisch kader uit ongeveer tien pagina’s. Misschien vallen sommige hoofdstukken wat langer of korter uit. Het helpt om als richtlijn acht tot twaalf pagina’s voor je theoretisch kader aan te houden. Maar met veel theoretische begrippen in je hoofd- en deelvragen zit je eerder op twaalf pagina’s. Is je onderzoek qua theorie wat eenvoudiger, dan kan je theoretisch kader toe met 6 tot 8 pagina’s.

 

Rekensom 2: het aantal bronnen in je hbo scriptie

De meeste literatuurverwijzingen die je in de literatuurlijst opneemt, komen natuurlijk uit je theoretisch kader. Maar er zijn natuurlijk ook bronnen waar je in andere hoofdstukken naar verwijst. Denk bijvoorbeeld aan het jaarverslag dat je gebruikt om de organisatie van je opdrachtgever te beschrijven. Of nieuwsberichten die je aanhaalt als je de aanleiding van het onderzoek toelicht. Of verwijs je naar een boek over onderzoeksmethoden als je het soort steekproef beschrijft.

Welke bronnen heb je in je theoretisch kader nodig?

Heel belangrijk zijn de onderzoeken die in veel opzichten lijken op jouw onderzoek. Dat zijn dus onderzoeken die:

    • over dezelfde theoretisch begrippen gaan,
    • een vergelijkbare onderzoeksdoelgroep hebben,
    • wetenschappelijk zijn,
    • concrete resultaten beschrijven
    • en actueel zijn.

Naar dat soort onderzoeken wil je dus graag en veel verwijzen. 

Voorbeeld:

Je doet bijvoorbeeld een onderzoek naar sociale steun. Je wilt dan tot een zo goed mogelijk omschrijving of definitie van dat begrip komen. Het is natuurlijk niet de bedoeling dat je dat zelf verzint, dus gebruik je verschillende bronnen om tot een zo goed mogelijke definitie te komen.

De literatuur onderscheidt verschillende definities van sociale steun. Niet elke auteur verstaat immers hetzelfde onder sociale steun. Ook hier wil je door de vergelijking van een aantal (3 tot 4) bronnen aan de lezer laten zien wat jij in jouw onderzoek verstaat onder de verschillende soorten sociale steun.

 

Daarnaast maak je in de scriptie gebruik van theorieën en / of modellen. Ook hier wil je graag een vergelijking maken tussen theorieën en tussen modellen, zodat je goed onderbouwd de beste en meeste geschikten voor jouw onderzoek kunt selecteren.

Voorbeeld:

Er zijn bijvoorbeeld verschillende theorieën over motivatie. Twee veelgebruikte theorieën zijn de zelfdeterminatietheorie van Deci & Ryan (1985) en de goal-settingtheorie van Locke en Latham (1990). Je wilt graag beide theorieën bespreken, zodat je een onderbouwde keuze kunt maken welke theorie centraal staat in jouw onderzoek. En of je misschien aspecten van die andere theorie ook meeneemt. Theorieën ontwikkelen zich immers. De oorspronkelijke zelfdeterminatietheorie is bijvoorbeeld door Deci en Ryan zelf aangepast. Maar andere onderzoekers hebben er net weer een andere invulling aan gegeven. De goal-setting theorie is gepubliceerd in 1990 nadat Locke en Latham al decennia bezig waren met het onderwerp motivatie en doelen stellen. Omdat theorieën en modellen in ontwikkeling zijn is het belangrijk om niet alleen naar de oorspronkelijke publicatie te kijken, maar ook naar recente wetenschappelijke literatuur.

Hieruit blijkt dat het dus belangrijk is om in het theoretisch kader bronnen met elkaar te vergelijken. Dat is ook precies de reden waarom je meer bronnen nodig hebt dan je misschien had gehoopt of verwacht.

Hoeveel bronnen heb je dan nodig in je theoretisch kader?

Stel je doet onderzoek naar de relatie tussen leiderschapsstijl en innovatief werkgedrag. In je theoretisch kader wil je dan twee theorieën over leiderschapsstijl opnemen. En je wilt daarnaast twee modellen bespreken die factoren beschrijven die van invloed zijn op innovatief werkgedrag. Hoeveel bronnen heb je dan in totaal nodig?

Type bron Benodigd aantal
 
Hoofdstuk 1 Inleiding
Allereerst minimaal twee bronnen met informatie over de organisatie 2
Daarbij drie bronnen die een paar algemene ontwikkelingen m.b.t. je onderwerp in de aanleiding beschrijven (en twee tot vier uit wetenschappelijke literatuur die je ook in je theoretisch kader bespreekt) 3
 
Hoofdstuk 2 Theoretisch kader
Start met drie bronnen om leiderschapsstijl te definiëren 3
Vier bronnen die aspecten beschrijven van leiderschap 4
Twee bronnen om innovatief werkgedrag te omschrijven 2
Drie bronnen die innovatief werkgedrag in een aantal onderdelen onderverdelen 3
Daarna twee tot drie bronnen die theorie A over leiderschapsstijl toelichten 2
Twee tot drie bronnen die theorie B over leiderschapsstijl toelichten 2
Verder twee tot drie bronnen die model A over innovatief werkgedrag bespreken 2
Twee tot drie bronnen die gaan over model B over innovatief werkgedrag bespreken. 2
Tot slot: vijf tot tien onderzoeken die gaan over de relatie tussen leiderschapsstijl en innovatief werkgedrag 5
Hoofdstuk 3 Onderzoeksmethoden
Boeken over onderzoeksmethoden 2
Totaal theoretisch kader 25
Totaal scriptie 32

Zoals je in de tabel ziet kom je al snel uit om best flink wat bronnen. Terwijl je tijdens het schrijven van je theoretisch kader erachter komt dat er nog veel meer theorieën zijn ontwikkeld die je niet bespreekt. En dat er ook nog eens veel meer dan tien recente wetenschappelijke onderzoeken zijn…

Daarom is het ook een theoretisch kader. Er wordt dus niet van je verwacht dat je álle belangrijke publicaties over jouw onderwerp in je onderzoek verwerkt. Maar wat er weer wel van je verwacht wordt is dat de bronnen van goede kwaliteit zijn. Lees daarom onze blog kwaliteitscriteria.

Zie je door de bomen het bronnenbos niet meer? Zorg dan voor meer overzicht met onze scriptiehulp.

Kwaliteit bronnen theoretisch kader

Wat zijn goede bronnen voor je scriptie en theoretisch kader?

Bij het selecteren van bronnen voor je theoretisch kader let je op drie verschillende zaken:

  1. Is het (gebaseerd op) wetenschappelijk onderzoek
  2. Relevantie
  3. Actualiteit

1. Is de bron wetenschappelijk? 

In onderzoeksland willen wetenschappers dat hun onderzoek in de allerbeste wetenschappelijke tijdschriften wordt gepubliceerd. Er zijn allerlei ranglijsten over wat nu de beste journals (een andere naam voor wetenschappelijke tijdschriften) zijn.

Hogescholen hebben ook zo’n soort ranglijst, maar dan van soorten bronnen. Elke opleiding heeft wel regels of adviezen over welke bronnen wel en niet mogen. Voor een scriptie is het eigenlijk vrij simpel.

Gebruik je artikelen uit wetenschappelijke tijdschriften dan zijn dat eigenlijk altijd goede bronnen voor je theoretisch kader. Je hoeft je als hbo-student niet druk te maken over hoe goed dat tijdschrift aangeschreven staat. Studeer je aan de universiteit dan is het soms een eis dat artikelen peer reviewed zijn.

Ook wetenschappelijke boeken kun je gebruiken. Het voordeel van een boek is dat daar vaak wat uitgebreider informatie wordt gegeven over jouw onderwerp. Het is makkelijker leesbaar dan een wetenschappelijk artikel. Het gebruik van dit soort boeken heeft ook nadelen. Het is bijvoorbeeld soms moeilijker om aan dit soort boeken te komen dan aan artikelen die allemaal online staan en waar je -soms met wat moeite- gewoon toegang toe kunt krijgen. Ook staat er vaak veel informatie in die voor jouw onderzoek niet zo belangrijk is. Andere boeken zijn populair wetenschappelijk. Dat betekent dat er wel gebruikgemaakt wordt van wetenschappelijk onderzoek. Maar dat er ook vaak dingen in beweerd wordt die helemaal niet zijn onderzocht.

Zo moet het dus niet:

In Nederland veel onderzoek gedaan door organisaties, bijvoorbeeld het Sociaal en Cultureel Planbureau of Movisie. Dit onderzoek voldoet niet altijd aan alle wetenschappelijke regels, maar het is wel uitgevoerd door ervaren en onafhankelijke onderzoekers. Soms is het niet zo duidelijk of het om onafhankelijk, objectief onderzoek gaat. Let daarom goed op het doel van de organisatie.

De Vereniging Mindfulness Based Trainers verwijst  op de website (https://www.vmbn.nl/wat-is-mindfulness/onderzoek/) naar onderzoeken over mindfulness. Je kunt je dan afvragen of zij ook echt naar wetenschappelijke onderzoeken verwijzen. Dat doet deze vereniging. Maar dan kun je nog steeds afvragen of zij bij de selectie van artikelen misschien alleen artikelen hebben uitgekozen die laten zien dat mindfulness allerlei positieve effecten heeft.

Voor het theoretisch kader van je scriptie gebruik je dus wetenschappelijke artikelen, wetenschappelijke boeken en onafhankelijk onderzoek van organisaties. Alle andere soorten bronnen gebruik je niet. Denk bijvoorbeeld aan:

  • Websites waarop verschillende marketingmodellen worden beschreven.
  • Scripties van andere studenten. Scripties zijn natuurlijk wel een goede inspiratiebron als je op zoek bent naar literatuur. De bronnen die een andere student heeft gevonden moet jij ook kunnen vinden.

Tip: Twijfel je over de kwaliteit, maar wil je een bron toch opnemen? Beschrijf dan in het theoretisch kader niet alleen de onderzoeksresultaten van die publicatie, maar sta ook stil bij de tekortkomingen van dat onderzoek. 

2. Is de bron relevant voor je theoretisch kader?

Je kunt natuurlijk nog zulke wetenschappelijke artikelen noemen in je theoretisch kader, maar daar heb je niets aan als je die niet over jouw onderzoek gaan. Het komt best vaak voor dat de onderzoeken die aansluiten op jouw onderzoek wat minder wetenschappelijk zijn. En dat de wetenschappelijke bronnen die je wel hebt, wat minder goed aansluiten op jouw onderzoek.

Voorbeeld 1 Pesten

Je doet onderzoek naar een interventie tegen pesten. Hoewel die interventie wel in de Databank Effectieve jeugdinterventies van het Nederland Jeugdinstituut is opgenomen, blijkt er maar weinig goed onderzoek te zijn gedaan naar jouw interventie. Omdat de onderzoeken die er zijn gedaan wel heel erg aansluiten op jouw onderzoek, gebruik je die toch in je theoretisch kader. Daarnaast zoek je naar wat meer wetenschappelijke artikelen over andere vergelijkbare antipestprogramma’s.

Voorbeeld 2 Zelfbeeld en Instagram

Je doet onderzoek naar het zelfbeeld van ouderen en het gebruik van Instagram. Je komt er tot je schrik achter dat daar nog nooit onderzoek naar is gedaan. Onderzoeken over ouderen en social media gaan bijna altijd over hoe vaak zij het gebruiken en waarom. Wel is er onderzoek gedaan naar tieners en Instagram. Die onderzoeken gingen alleen niet over het zelfbeeld, maar over eigenwaarde.

De voorbeelden maken duidelijk dat je de kwaliteitscriteria soms wat moet verruimen om aan te sluiten op jouw onderwerp. Je kiest dan een aantal onderzoeken:

  • van mindere kwaliteit
  • onder een wat andere doelgroep
  • naar een iets ander theoretisch begrip (eigenwaarde in plaats van zelfbeeld)
  • die iets algemener zijn dan jouw specifieke onderwerp (social media in plaats van Instagram)

De voorbeelden laten ook zien dat het vinden van de juiste literatuur niet altijd eenvoudig is.

Tip: Veel problemen met je theoretisch kader kun je voorkomen door al bij het kiezen van je onderwerp en het maken van je hoofd- en deelvragen te checken of er voldoende geschikte literatuur is.

3. Is de bron actueel?

Oude literatuur kan achterhaald zijn, daarom mag je geen bronnen ouder dan vijf jaar gebruiken. Dit is een manier waarop sommige opleidingen het zichzelf wel heel makkelijk maken. Alles wat nieuw is, is goed. Alles wat ouder is dan een bepaald jaar is slecht.

De werkelijkheid is natuurlijk heel anders. Er zijn heel veel onderwerpen die al twintig jaar met ongeveer dezelfde theorieën worden onderzocht, omdat er gewoon nog geen betere zijn ontwikkeld. Daarbij is de druk op wetenschappers om veel te publiceren enorm toegenomen. Je kan ook voorstellen dat daardoor de onderzoeken van nu misschien soms minder uitgebreid, diepgaand en vernieuwend zijn dan die van tien of twintig jaar geleden.

Studeer je aan zo’n opleiding die dol is op recente literatuur? Dan is het slim om bij het zoeken naar geschikte literatuur je eerst te oriënteren op recente publicaties. En als je er daar dan een aantal van hebt, op zoek te gaan naar de beste en meest invloedrijke publicaties over jouw onderwerp.

Best heel wat om op te letten dus! Wil je iemand die met je meekijkt en denkt? Kijk hier.